Kenmerkend voor een stage is dat de leerling zijn op school geleerde vaardigheden in praktijk gaat brengen buiten de schoolomgeving. Dus buiten de veilige, vertrouwde omgeving van de eigen
leerzone en uiteindelijk ook zonder de eigen vertrouwde vaste onderwijsbegeleiders van het PWA college.
De start van een stage hangt af van de actuele situatie van een leerling in relatie tot het OPP en de stand van zaken in ParnasSys. Met name de vorderingen op de leerlijnen, voorbereiding arbeid en
dagbesteding, mens en maatschappij en de leergebied- overstijgende doelen zijn daarbij nadrukkelijk in beeld.
Er zijn in principe drie verschijningsvormen van stage:

  1. Begeleide Interne Stage (BIS); bijv. op de boerderij van school, in een andere groep, in de keuken of op de administratie.
  2. Begeleide Externe Stage (BES/leren op locatie); bijv. bij een zorginstelling met ondersteuning vanuit het PWA college of een groepsstage of leren op locatie (LOL) waarbij geleerd wordt in een
    supermarkt of bouwmarkt.
  3. Zelfstandige Externe Stage (ZES); bijv. in een winkel, boomkweker, werkplaats etc. De begeleiding vanuit school is op afstand en incidenteel. De leerling wordt door een medewerker van het bedrijf of de organisatie begeleid met betrekking tot de te behalen doelen.